Het voelde zo goed. Het meeste klopte en alle signalen hadden het sein op groen staan. En toch komt daar dat onvermijdelijke moment dat je afscheid neemt. Eerst in je hoofd, maar dat weet je nog weg te beredeneren. En dan ineens voel je het in je buik en in je maag. Het is voorbij. Er is een periode afgesloten en de deur naar een volgend hoofdstuk is op een kier gezet.
Ik ben krachteloos en moe. Niet in staat om de deur open te duwen en naar binnen te stappen. Waterzakken onder mijn ogen staan op het punt van knappen. Even een stapje terug. Even mijn schulp in en alles laten komen zoals het komt. Het zal wel ergens toe dienen. Ik weet dat ik bevoorrecht ben. Ik weet dat ik alles in het leven kan hebben, zijn of doen. Zolang ik er maar in geloof.
Op dit moment geloof ik niets. Ik lijd. En de deur lonkt. Wat zit erachter? Wat vind ik daar? Wanneer ben ik eraan toe om de stap te nemen en hem open te duwen? Afscheid nemen doet pijn. Ja. Maar met de tijd zal de pijn slijten en wint de nieuwsgierigheid naar een nieuw hoofdstuk. En dan ben ik weer in staat om mijn eigen leven te creëren. En dat is goed. Want zo hoort het. Net zoals afscheid nemen bij het leven hoort.